Tijdens de vervolgcontroles kijken we of je zwangerschap goed verloopt. We meten je bloeddruk, voelen aan je buik of het kindje goed groeit en luisteren naar het hartje. Na ongeveer 28 weken kunnen we ook de ligging van het kindje bepalen. Ondertussen besteden we extra aandacht aan de volgende onderwerpen.
Rond de 15de week vragen wij je of je al hebt nagedacht over het geven van borstvoeding. Je krijgt van ons een aantal folders mee over dit onderwerp en je kunt natuurlijk vragen stellen.
Als je graag (voor de eerste keer) borstvoeding wilt geven, is het het aan te raden om een borstvoedingscursus te volgen. Dat geeft je een goede start. Wanneer je ongeveer 30 weken zwanger bent plannen we wat extra tijd in om nog eens over borstvoeding en alternatieve voeding te praten. Je krijgt dan ook het boekje over borstvoeding mee.
Na 30 weken gaan we nog een keer je ijzergehalte (Hb) bepalen door middel van een vingerprik. Als het te laag is, laten we het ook nog een keer in het ziekenhuis doen. Is je resusfactor negatief? Dan nemen we bij deze controle nog een keer wat bloed af en krijg je een injectie met anti-D-immunoglobuline. Meer info hierover lees je hier.
Je kunt op elk moment met ons praten over de bevalling die komen gaat. Rond de 30ste week geven wij bovendien een groepsvoorlichting waarvoor wij je uitnodigen. Tijdens die bijeenkomst bespreken we nog eens de bevalling, het kraambed, borstvoeding en andere voeding, pijnbestrijding en de hielprik.
Zes weken later gaan we op die onderwerpen nog wat dieper in, in een persoonlijk gesprek. Over wat je kunt verwachten, wat je in huis moet hebben en wanneer je ons moet bellen. Stel je vragen en maak je wensen kenbaar.
Tip: Schrijf de vragen op voordat je op controle komt. Dan vergeet je niets.